14. De AMA-meter: een bruggetje naar betaald werk

14. De AMA-meter: een bruggetje naar betaald werk

Y werkt in een supermarkt, als begeleidwerker. Als hij een goede dag heeft, presteert hij (bijna) zo goed als een andere werker.  De vraag rijst of dit wel OK is: is dit geen misbruik van een onbetaalde werkkracht? Is dit geen concurrentievervalsing tegenover andere winkels? M.a.w. is het niet tijd voor doorstroming naar een betaald contract, hier of elders (trajectbegeleiding in WSE)? – Maar er is een keerzijde: op een slechte dag gebeurt er bijna niets, de gerant steekt meer tijd in hem dan in zijn 20 andere werknemers, er moet steeds een andere werknemer (met een groot incasseringsvermogen) in de buurt zijn – factoren die een betaalde job onmogelijk maken. Hoe balanceren we al die aspecten?

Verloning in Begeleid Werken en doorstroom naar betaald werk komen ter sprake als er een voldoende prestatie is om het perspectief op verloning haalbaar te doen lijken.  Bij de bepaling of iemands werk voldoende is om over doorstroming of verloning te praten, spelen heel veel factoren mee.  Het is belangrijk om een goed evenwicht te vinden tussen faciliterende en belastende elementen.

Werktijd (WU): Hoeveel tijd werkt deze persoon?
Referentiepercentage (RP): Hoeveel tijd heeft een gemiddelde collega nodig om ditzelfde werk te doen?
Referentieloon (RL): wat verdienen andere mensen die vergelijkbaar werk doen?
Tijdsinvestering:  hoeveel tijd spenderen andere werknemers aan de begeleidwerker ten koste van hun eigen werk? Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de tijd van directe collega’s en van de baas.
Randfactoren: Hoe zit het met de sociale attitude, de betrouwbaarheid in aanwezigheid en uitvoering, de aard van het werk?

Al deze parameters samen geven een beeld van de economische waarde van de begeleidwerker, voor deze werkpost, op een werkdag. De gegevens worden aangeleverd door de collega’s op de werkvloer.

WW = (WU x RP – (TIB X 2) – TIC) X RL

De gehanteerde formule werd verwerkt in een digitale AMA-meter. Deze tool is terug te vinden op www.werkburo.be.

De AMA-meter wil twee factoren verduidelijken, nl. de werkwaardebalans en het doorstroomperspectief.

1. Werkwaardebalans

De kernvraag is wat de kost zou zijn voor het bedrijf om het werk van de begeleidwerker door een betaalde kracht te laten uitvoeren. Die afweging wordt in euro’s uitgedrukt. Zo wordt een negatieve vergelijking (hij doet maar een kwart van wat een betaalde kracht doet) omgezet in een positieve vergelijking (hij neemt een kwart van het werk uit handen en zorgt mee voor winst voor het bedrijf). Het drukt uit dat het werk van de begeleidwerker waarde toevoegt aan het bedrijf en betekenisvol is.

Het kan zijn dat de investering van de werkpostbegeleider en de collega’s gelijk is of hoger uitvalt dan het rendement van de begeleidwerker. Dat hoeft geen probleem te zijn als het bedrijf dat meerekent in de maatschappelijke rol die zij willen opnemen. Als de balans te negatief uitvalt, kan er natuurlijk wel een probleem rijzen.

2. Het doorstroomperspectief

Tegelijk leert het cijfer ook iets over mogelijke doorstroomkansen naar betaald werk. Als er objectief kan aangetoond worden dat iemand effectief waarde toevoegt aan het bedrijf, dan moet het gesprek aangegaan worden met GTB (Gespecialiseerd Team Bemiddeling binnen de VDAB).

Dat biedt uiteraard geen enkele garantie. Het kan best zijn dat een begeleidwerker bezwijkt onder de druk als er hogere verwachtingen gesteld worden, maar dat beslist een jobcoach niet alleen.

De AMA-meter is een tool die gemakkelijk kan ingevuld worden, met een betrouwbare indicatieve waarde. Indicatief betekent dat het genoeg informatie verschaft voor een eerste screening, maar niet genoeg voor ingrijpende beslissingen. De AMA-meter is enkel bedoeld voor personen die al actief zijn op een werkvloer. Het is een evaluatie van een situatie, geen test van persoonlijke competenties.

De goede praktijk voor begeleid werk:

Voor Y bekomen we een gemiddeld rendement van 30%.  De baas is gemiddeld een half uur met hem bezig.  Ook collega’s werken gewoon als ze in zijn buurt zijn, maar verliezen tijd omdat ze op hem moeten wachten: gemiddeld een half uur.  De meerwaarde van het werk van Y voor het bedrijf, na aftrek van de kosten, wordt dan 18€ per gewerkte dag (van 6u).

De prestatie is onvoldoende om doorstroom te overwegen, en ook de omkaderende voorwaarden zijn te belastend:  Y is erg stressgevoelig, en zelfs een halftijdse betrekking zou tot een totale crash leiden.  De begeleiding is ook zeer specifiek persoonsgebonden: op een andere werkplaats, met andere mensen,  mag je zelfs een negatief saldo verwachten.  Dit is een goede werkpost, die veel moeite doet, en dat is geen vanzelfsprekendheid.  .

We besluiten om geen vraag naar een betaald contract te stellen, en ook geen andere werkplek te zoeken. Er wordt geen contact met GTB gelegd.  Y is hier goed, en wil aan de huidige voorwaarden blijven.  We zullen in de Jaarlijkse Bevraging de situatie telkens opnieuw evalueren.

De werkgever van zijn kant erkent de realiteit van de berekening van de prestatie, en stelt voor Y na zijn dagtaak telkens een ‘aankoopcheque’ te geven: ze wandelen samen tussen de rekken, en vullen samen het mandje van Y. De betekenis en de waarde van dit communicatie-moment is niet in geld te vatten.

De andere hoofdstukken uit Aan de slag lees je HIER

Link naar de AMA-meter:

HIER en HIER

Lees het document